Basisinstellingen

Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.

Luchtdrukaanpassing

De afdrukkwaliteit wordt beďnvloed door de atmosferische druk die wordt bepaald door de hoogte boven het zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. De volgende informatie zal u helpen om uw apparaat in te stellen op de beste afdrukkwaliteit. Voor u de hoogte instelt, moet u opzoeken wat de hoogte is van de plaats waar u zich bevindt.

  1. Hoog 1

  2. Hoog 2

  3. Hoog 3

  4. Normaal

U kunt de luchtdrukaanpassing instellen in het Hulpprogramma Printerinstellingen.

  1. Dubbelklik op het pictogram voor Smart Panel in het systeemvak van Windows of in het "Notification Area" van Linux. U kunt ook op Smart Panel in de statusbalk van Mac OS X klikken (zie Het programma Smart Panel gebruiken).

    Als u daarentegen Windows gebruikt, kunt u het programma opstarten door in het menu Start Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Smart Panel te selecteren.

  2. Klik op Instelling printer.

  3. Selecteer de juiste instelling in de vervolgkeuzelijst Luchtdrukaanpassing.

  4. Klik op de knop Toepassen.

    Als uw apparaat is verbonden met een netwerk verschijnt automatisch het venster SyncThru™ Web Service. Dit kan ook worden aangepast via SyncThru™ Web Service.

De standaardlade en het papier instellen

U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor uw afdruktaken.

Vanaf uw computer

Windows

  1. Klik op het menu Start in Windows.

  2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.

    • In Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxapparaten.

    • In Windows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.

    • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en printers.

    • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers.

  3. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.

  4. In Windows Server 2003/Server 2008/XP/Vista selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.

    In Windows 7/Server 2008 R2 selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de contextmenu’s.

    [Note]

    Als bij het item Voorkeursinstellingen het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.

  5. Klik op het tabblad Papier.

  6. Selecteer opties zoals het aantal exemplaren, papierformaat of type papier.

  7. Druk op OK.

[Note]

Als u een speciaal papierformaat (bijv. factuurpapier) wilt gebruiken, selecteert u Bewerken... op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie Voorkeurinstellingen openen).

Macintosh

Macintosh ondersteunt deze functie niet. Macintosh-gebruikers moeten de standaardinstelling handmatig wijzigen als ze op basis van andere instellingen willen afdrukken.

  1. Open een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.

  2. Open het menu Archief en klik op Druk af.

  3. Ga naar het paneel Papierinvoer.

  4. Stel de juiste lade in van waaruit u wilt afdrukken.

  5. Ga naar het paneel Papier.

  6. Stel het papiertype in op basis van het papier dat in de lade werd geplaatst van waaruit u wilt afdrukken.

  7. Klik op Druk af om het afdrukken te starten.

Linux

  1. Open het programma Terminal.

  2. Wanneer het venster Terminal verschijnt, typt u het volgende: [root@localhost root]# lpr <Bestandsnaam>

  3. Selecteer Printer en klik op Properties....

  4. Klik op het tabblad Advanced.

  5. Selecteer de lade (papierinvoer) en de bijbehorende opties, zoals papierformaat en papiersoort.

  6. Druk op OK.

De energiebesparingsfunctie gebruiken

Gebruik deze functie om energie te besparen als u het apparaat niet gebruikt.

U kunt de energiebesparing wijzigen in het Hulpprogramma Printerinstellingen.

  1. Dubbelklik op het pictogram voor Smart Panel in het systeemvak van Windows of in het "Notification Area" van Linux. U kunt ook op Smart Panel in de statusbalk van Mac OS X klikken (zie Het programma Smart Panel gebruiken).

    Als u daarentegen Windows gebruikt, kunt u het programma opstarten door in het menu Start Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Smart Panel te selecteren.

  2. Klik op Instelling printer.

  3. Klik op Instelling > Energiespaarstand. Selecteer de juiste waarde in de vervolgkeuzelijst en klik op Toepassen.

Lettertype-instellingen wijzigen (alleen bij CLP-320N(K)/CLP-321N/CLP-325W(K))

Uw apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw regio of land wordt gebruikt.

Als u het lettertype wilt wijzigen of als u het lettertype wilt instellen in een speciale omgeving (bijv. onder DOS), kunt u de lettertype-instelling als volgt wijzigen:

  1. Dubbelklik op het pictogram voor Smart Panel in het systeemvak van Windows of in het "notification area" van Linux. U kunt ook op Smart Panel in de statusbalk van Mac OS X klikken (zie Het programma Smart Panel gebruiken).

    Als u daarentegen Windows gebruikt, kunt u het programma opstarten door in het menu Start Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Smart Panel te selecteren.

  2. Klik op Instelling printer.

  3. Klik op Emulatie.

  4. Zorg ervoor dat PCL is geselecteerd voor Emulatie-instelling.

  5. Klik op Instelling.

  6. Selecteer het gewenste lettertype in de lijst Symbol set.

  7. Klik op Apply.

[Note]

Hieronder vindt u de lijst met lettertypen voor de overeenkomstige talen.

  • Russisch: CP866, ISO 8859/5 Latin Cyrillic

  • Grieks: ISO 8859/7 Latin Greek, PC-8 Latin/Greek

  • Arabisch & Farsi: HP Arabic-8, Windows Arabic, Code Page 864, Farsi, ISO 8859/6 Latin Arabic

De humidity instellen

De afdrukkwaliteit wordt beďnvloed door het luchtvochtigheidsniveau. Als u zich in een regio met een hoge luchtvochtigheid bevindt, kan het papier vochtig zijn. Stel in dat geval de luchtvochtigheidsmodus in.

  1. Zorg ervoor dat het printerstuurprogramma is geďnstalleerd met de meegeleverde cd met printersoftware.

  2. Dubbelklik op het pictogram Smart Panel op de taakbalk van Windows of in het berichtengebied van Linux. U kunt ook op Smart Panel klikken op de statusbalk van Mac OS X.

  3. Klik op Nastavení tiskárny.

    [Note]

    Als uw computer met het netwerk is verbonden, kunt u de luchtvochtigheidsmodus instellen via SyncThru™ Web Service.

  4. Klik op Instelling > Vochtigheid. Selecteer de juiste waarde in de vervolgkeuzelijst en klik op Toepassen.