Netwerkinstallatie (alleen bij CLP-320N(K)/CLP-321N/CLP-325W(K))

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt.

Netwerkomgeving

U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. U kunt de voornaamste netwerkinstellingen opgeven via het bedieningspaneel van het apparaat of met programma's waarmee u de netwerkinstellingen kunt wijzigen.

De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat ondersteunt:

Item

Vereisten

Netwerkinterface

  • Ethernet 10/100 Base-TX

  • Draadloos 802.11 b/g/n LAN (alleen bij CLP-325W(K))

Netwerkbesturingssysteem

  • Windows 2000/Server 2003/Server 2008/XP/Vista/7/Server 2008 R2

  • Diverse Linux-besturingssystemen

  • Mac OS X 10.3-10.6

Netwerkprotocollen

  • TCP/IPv4

  • DHCP, BOOTP

  • DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP

  • Standard TCP/IP Printing (RAW), LPR, IPP

  • SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec

  • TCP/IPv6 (DHCP, DNS, RAW, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec)

Zie IPv6-configuratie.

Draadloze netwerkbeveiliging

  • Verificatie: open systeem, gedeelde sleutel, WPA Personal, WPA2 Personal (PSK)

  • Codering: WEP64, WEP128, TKIP, AES

Introductie van handige netwerkprogramma’s

Er zijn verschillende programma’s voorhanden om de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier op te geven in een netwerkomgeving. Vooral voor de netwerkbeheerder is het mogelijk om meerdere apparaten op het netwerk te beheren.

[Note]

Stel het IP-adres in voor u de onderstaande programma’s in gebruik neemt.

SyncThru™ Web Service

Een in de netwerkafdrukserver ingebouwde webserver laat u toe om:

  • Netwerkparameters voor het apparaat te configureren zodat u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.

  • Apparaatinstellingen aanpassen.

    Zie SyncThru™ Web Service gebruiken.

SyncThru™ Web Admin Service

een webgebaseerd systeem voor printerbeheer voor netwerkbeheerders. Met SyncThru™ Web Admin Service kunt u netwerkapparaten op een efficiënte manier beheren, op afstand netwerkapparaten controleren en problemen met netwerkapparaten oplossen vanaf iedere plek waar u via internet toegang hebt tot het bedrijfsnetwerk. U kunt dit programma downloaden van http://solution.samsungprinter.com.

SetIP

Hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol.

[Note]

TCP/IPv6 wordt niet door dit programma ondersteund.

Een bedraad netwerk gebruiken

U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken. In dit hoofdstuk leest u hoe u dit op een eenvoudige manier kunt doen.

U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt aangesloten op de overeenkomstige poort op uw computer.

Een netwerkconfiguratierapport afdrukken

U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. In dit rapport worden de huidige netwerkinstellingen van het apparaat weergegeven. Hiermee kunt u een netwerk instellen en problemen oplossen.

Het rapport afdrukken:

Houd in de stand-bymodus de knop (Annuleren) ongeveer 5 seconden ingedrukt. In dit rapport vindt u het MAC-adres en IP-adres van uw apparaat.

Bijvoorbeeld:

  • MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78

  • IP-adres: 192.0.0.192

IP-adres instellen

Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken over het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch toegewezen door een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk bevindt.

In een aantal gevallen moet u het IP-adres handmatig instellen. Men spreekt dan van een statisch IP dat vaak om veiligheidsredenen verplicht is in bedrijfsintranetten.

  • Toewijzing van een IP-adres via DHCP: verbind uw apparaat met het netwerk en wacht enkele minuten tot de DHCP-server een IP-adres toewijst aan het apparaat. Druk vervolgens het netwerkconfiguratierapport af zoals hierboven is uitgelegd. Als uit het rapport blijkt dat het IP-adres gewijzigd is, is de toewijzing gelukt. Het nieuwe IP-adres wordt vermeld in het rapport.

  • Toewijzing van statisch IP-adres: met het programma SetIP kunt u het IP-adres van uw computer wijzigen.

In een kantooromgeving raden we u aan om contact op te nemen met een netwerkbeheerder die dit adres voor u kan instellen.

IPv4-configuratie

IPv4 instellen met het programma SetIP (Windows)

Met dit programma kunt u het IP-adres van uw apparaat handmatig instellen met behulp van het MAC-adres om te communiceren met het apparaat. Het MAC-adres is een hardwareserienummer van de netwerkinterface dat u terugvindt in het netwerkconfiguratierapport terugvindt.

Om het programma SetIP te gebruiken schakelt u de firewall op de computer uit voor u doorgaat met het volgende:

  1. Openen Start > Configuratiescherm.

  2. Dubbelklik op Beveiligingscentrum.

  3. Klik op Firewall.

  4. Schakel de firewall uit.

Het programma installeren
  1. Plaats de cd-rom met printersoftware die met uw apparaat werd meegeleverd in het cd-rom-station. Als de cd met stuurprogramma’s automatisch wordt uitgevoerd, sluit u het venster.

  2. Start Windows Verkenner en open station X (X staat voor de letter die aan het cd-rom-station is toegewezen).

  3. Dubbelklik op Application > SetIP.

  4. Dubbelklik op Setup.exe om het programma te installeren.

  5. Kies een taal en klik op Next.

  6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.

Het programma starten
  1. Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een netwerkkabel.

  2. Zet het apparaat aan.

  3. Kies in het menu Start van Windows achtereenvolgens Alle programma’s > Samsung Printers > SetIP > SetIP.

  4. Klik op het pictogram (derde van links) in het venster SetIP om het venster TCP/IP-instellingen te openen.

  5. Geef de nieuwe apparaatgegevens op de volgende manier in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens u mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voor u verder kunt gaan.

    • MAC Address: hiermee zoekt u het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en geeft u het vervolgens in zonder dubbele punten. Voorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8.

    • IP Address: hiermee geeft u een nieuw IP-adres voor uw printer in.

      Als het IP-adres van uw computer bijvoorbeeld 192.168.1.150 is, geef dan 192.168.1.X in ("X" is een getal tussen 1 en 254 dat verschilt van het getal uit het adres van de computer).

    • Subnet Mask: hiermee geeft u een subnetmasker in.

    • Default Gateway: hiermee geeft u een standaardgateway in.

  6. Klik op Apply en vervolgens op OK. De printer zal het netwerkconfiguratierapport automatisch afdrukken. Controleer of alle instellingen juist zijn.

  7. Klik op Exit om het programma SetIP te sluiten.

  8. Indien nodig schakelt u opnieuw de firewall van de computer in.

IPv4 instellen via het programma SetIP (Macintosh)

Om het programma SetIP te gebruiken schakelt u de firewall op de computer uit voor u doorgaat met het volgende:

[Note]

Het pad en de gebruikersinterface kunnen verschillen afhankelijk van de Mac OS-versie. Raadpleeg de handleiding van het Mac OS.

  1. Open Systeemvoorkeuren.

  2. Klik op Beveiliging.

  3. Klik op het menu Firewall.

  4. Schakel de firewall uit.

[Note]

Mogelijk wijken de volgende instructies af van die voor uw printermodel.

  1. Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een netwerkkabel.

  2. Plaats de installatie-cd en open het schijfvenster. Selecteer vervolgens MAC_Installer > MAC_Printer > SetIP > SetIPApplet.html.

  3. Dubbelklik op het bestand en Safari zal automatisch worden geopend. Selecteer vervolgens Vertrouw. De browser zal de pagina SetIPApplet.html openen, waarop de naam en het IP-adres van de printer worden weergegeven.

  4. Klik op het pictogram (derde van links) in het venster SetIP om het venster TCP/IP-instellingen te openen.

  5. Geef de nieuwe apparaatgegevens op de volgende manier in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens u mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voor u verder kunt gaan.

    • MAC Address: hiermee zoekt u het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en geeft u het vervolgens in zonder dubbele punten. Voorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8.

    • IP Address: hiermee geeft u een nieuw IP-adres voor uw printer in.

      Als het IP-adres van uw computer bijvoorbeeld 192.168.1.150 is, geef dan 192.168.1.X in ("X" is een getal tussen 1 en 254 dat verschilt van het getal uit het adres van de computer).

    • Subnet Mask: hiermee geeft u een subnetmasker in.

    • Default Gateway: hiermee geeft u een standaardgateway in.

  6. Selecteer Apply, OK en opnieuw OK. De printer zal het configuratierapport automatisch afdrukken. Controleer of alle instellingen juist zijn. Sluit Safari af. U mag de cd-rom met installatiebestanden uit het cd-romstation halen. Indien nodig schakelt u opnieuw de firewall van de computer in. Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway zijn nu gewijzigd.

IPv4 instellen via het programma SetIP (Linux)

Het programma SetIP zou tijdens de installatie van het printerstuurprogramma automatisch geïnstalleerd moeten worden.

[Note]

Het pad en de gebruikersinterface kunnen verschillen afhankelijk van de Linux OS-versie. Raadpleeg de handleiding bij het Linux-besturingssysteem om de firewall uit te schakelen.

  1. Druk het configuratierapport van het apparaat af om het MAC-adres van uw apparaat te vinden.

  2. Open /opt/Samsung/mfp/share/utils/.

  3. Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html.

  4. Klik hier om het venster met TCP/IP-instellingen te openen.

  5. Geef het MAC-adres, het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway van de netwerkkaart in, en klik vervolgens op Apply.

    [Note]

    Laat bij het ingeven van het MAC-adres de dubbele punt (:) weg.

  6. Het apparaat drukt het netwerkconfiguratierapport af. Controleer of alle instellingen juist zijn.

  7. Sluit het SetIP-programma af.

IPv6-configuratie

[Caution]

TCP/IPv6 wordt alleen ondersteund in Windows Vista of recentere versies.

[Note]

Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, zet u alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en probeert u het opnieuw (zie Standaardfabrieksinstellingen terugzetten met SyncThru™ Web Service).

Om de IPv6-netwerkomgeving te gebruiken volgt u de onderstaande procedure om het IPv6-adres te gebruiken.

Het apparaat wordt geleverd met IPv6 ingeschakeld.

  1. Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een netwerkkabel.

  2. Schakel het apparaat in.

  3. Druk een netwerkconfiguratierapport af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. In dit rapport worden de IPv6-adressen gecontroleerd.

  4. Kies Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers > Printer toevoegen.

  5. Klik op Een lokale printer toevoegen in het venster Printer toevoegen.

  6. Volg de weergegeven instructies.

[Note]

Als het apparaat niet werkt in de netwerkomgeving, activeer dan IPv6. Zie het volgende deel.

Een netwerkconfiguratierapport afdrukken

U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. In dit rapport worden de huidige netwerkinstellingen van het apparaat weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van een netwerk en het oplossen van problemen.

Het rapport afdrukken:

Houd in de stand-bymodus de knop (Annuleren) ongeveer 5 seconden ingedrukt. In dit rapport vindt u het MAC-adres en IP-adres van uw apparaat.

Bijvoorbeeld:

  • MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78

  • IP-adres: 192.0.0.192

IPv6-adressen instellen

Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer.

  • Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen. (Adres begint met FE80.)

  • Stateless Address: door een netwerkrouter automatisch geconfigureerd IPv6-adres.

  • Stateful Address: door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6-adres.

  • Manual Address: door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6-adres.

Manual address-configuratie

  1. Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-adressering als een URL ondersteunt (zie SyncThru™ Web Service).

    [Note]

    Voor IPv4 geeft u het IPv4-adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld in en drukt u op de Enter-toets of klikt u op Ga naar.

  2. Als het venster van de SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Network Settings.

  3. Klik op TCP/IPv6.

  4. Schakel Manual Address in de sectie TCP/IPv6 in.

  5. Selecteer het Address/Prefix en klik op de knop Add. Het routerprefix zal automatisch ingegeven worden in het adresveld.

    Geef de rest van het adres in. (bijv.: 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot F.)

  6. Klik op de knop Apply.

Het printerstuurprogramma installeren

De installatie van het stuurprogramma voor de netwerkprinter in een IPv6-netwerkomgeving verloopt op dezelfde wijze als voor TCP/IPv4 (zie Het stuurprogramma installeren voor een apparaat dat via het netwerk is aangesloten).

Selecteer de TCP/IP-poort en selecteer het IPv6-adres van uw apparaat als de lijst met apparaten wordt weergegeven.

SyncThru™ Web Service gebruiken

  1. Start een webbrowser (bijvoorbeeld Internet Explorer) die IPv6-adressering als URL ondersteunt.

  2. Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address, Stateless Address, Stateful Address, Manual Address) uit het netwerkconfiguratierapport.

  3. Geef de IPv6-adressen in (bijv.: http://[FE80::215:99FF:FE66:7701]).

    [Caution]

    De adressen moeten tussen "[]" haakjes worden geplaatst.

Standaardfabrieksinstellingen terugzetten met SyncThru™ Web Service

  1. Start een webbrowser zoals Internet Explorer, Safari of Firefox, en geef in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.

    Bijvoorbeeld,

  2. Klik op Ga naar om toegang te krijgen tot SyncThru™ Web Service.

  3. Klik op Login bovenaan rechts op de SyncThru™ Web Service-website.

    Er verschijnt een aanmeldingspagina.

  4. Typ uw ID en Password en klik vervolgens op Login.

    Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, typt u onderstaande standaard-ID en wachtwoord.

    • IDadmin

    • Passwordsec00000

  5. Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Settings > Network Settings > Restore Default.

  6. Klik op Clear voor het netwerk.

  7. Schakel het apparaat uit en weer in om de instellingen toe te passen.

Het stuurprogramma installeren voor een apparaat dat via het netwerk is aangesloten

U moet de printerstuurprogrammasoftware voor afdrukken installeren. De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke programma’s.

Controleer of de netwerkinstallatie voor uw apparaat is voltooid. Sluit alle toepassingen op uw computer af voor u met de installatie begint.

Windows

Deze installatie is aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Zorg ervoor dat het apparaat met het netwerk is verbonden en aan staat.

  2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.

    • De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een installatievenster.

    • Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren... Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-romstation. Klik op OK.

    • In Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 klikt u op Start > Alle programma’s > Bureau-accessoires > Uitvoeren.

      Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.

    • Als in Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op Uitvoeren Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en vervolgens op Doorgaan of Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer.

  3. Selecteer Nu installeren.

    Selecteer de gewenste taal in de vervolgkeuzelijst.

    [Note]
    • Bij CLP-325W(K) hebt u ook toegang tot het menu Draadloze verbindingen instellen en installeren. Met Draadloze verbindingen instellen en installeren kunt u een draadloos netwerk installeren om via een USB-kabel een verbinding te maken met het apparaat (zie Een draadloos netwerk met USB-kabel instellen).

    • De Geavanceerde installatie heeft twee opties: Aangepaste installatie en Alleen software installeren. Als u Aangepaste installatie kiest, kunt u de aansluiting van het apparaat selecteren en kunt u kiezen welke componenten u wilt installeren. Kiest u Alleen software installeren, dan kunt u de bijgeleverde software (bijv. Smart Panel) installeren. Volg de richtlijnen op het scherm.

  4. Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst in. Klik vervolgens op Volgende.

    Het programma zoekt het apparaat.

    [Note]

    Als het apparaat niet in het netwerk of lokaal wordt gevonden, verschijnt het volgende venster.

    • Schakel deze optie in als u de software wilt installeren zonder de printer aan te sluiten.

      • Schakel dit selectievakje in om dit programma te installeren zonder dat een apparaat aangesloten is. In dit geval wordt het venster voor het afdrukken van een testpagina overgeslagen en wordt de installatie voltooid.

    • Opnieuw zoeken

      Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt een venster met een firewall-waarschuwing.

      • Schakel de firewall uit en klik op Opnieuw zoeken. Klik in Windows op Start > Configuratiescherm > Windows Firewall en schakel deze optie uit. Voor andere besturingssystemen raadpleegt u de on-linehandleiding.

      • Schakel ook de firewall van programma’s van derden uit. Raadpleeg de handleiding voor de desbetreffende programma’s.

    • Directe invoer

      Als u op Directe invoer klikt, kunt u een specifiek apparaat in het netwerk zoeken.

      • Zoeken op IP-adres: geef het IP-adres of de hostnaam in. Vervolgens klikt u op Volgende.

        Druk een netwerkconfiguratierapport af om het IP-adres van uw apparaat te controleren (zie Een rapport met apparaatgegevens afdrukken).

      • Zoeken op netwerkpad: om een gedeeld apparaat (UNC-pad) te vinden, geeft u de gedeelde naam handmatig in of zoekt u een gedeelde printer door op Bladeren te klikken. Vervolgens klikt u op Volgende.

    • Help

      Als uw apparaat nog niet is aangesloten op de computer of het netwerk, kunt u met deze Help-knop gedetailleerde informatie over de aansluiting van het apparaat weergeven.

  5. De gevonden apparaten worden op het scherm weergegeven. Selecteer het gewenste apparaat en klik op Volgende.

    [Note]

    Als het stuurprogramma slechts één apparaat gevonden heeft, verschijnt het bevestigingsvenster.

  6. Zodra de installatie is voltooid verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, klikt u op Een testpagina afdrukken.

    In het andere geval klikt u gewoon op Volgende en gaat u naar stap 8.

  7. Als de testpagina juist wordt afgedrukt klikt u op Ja.

    Zo niet, klikt u op Nee om ze opnieuw af te drukken.

  8. Als u uw apparaat op de website van Samsung wilt registreren, klikt u op Online registratie.

    [Note]

    Als de printer nog niet is aangesloten op de computer, klikt u op Hoe een verbinding maken?. Bij Hoe een verbinding maken? vindt u gedetailleerde informatie over het aansluiten van het apparaat. Volg de instructies op het scherm.

  9. Klik op Voltooien.

[Note]
  • Na installatie van het stuurprogramma mag u de firewall inschakelen.

  • Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het te repareren of opnieuw te installeren.

    1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en aan staat.

    2. Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Onderhoud.

    3. Selecteer de gewenste optie en volg de instructies op het scherm.

Macintosh

  1. Zorg ervoor dat het apparaat met uw netwerk is verbonden en aan staat. Het IP-adres van uw apparaat moet ook reeds zijn ingesteld.

  2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.

  3. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw Macintosh-computer.

  4. Dubbelklik op de map MAC_Installer.

  5. Dubbelklik op het pictogram Installer OS X.

  6. Geef het wachtwoord in en klik op OK.

  7. Het venster van het installatieprogramma van Samsung wordt geopend. Klik op Ga door.

  8. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Volgende.

  9. Klik op Akkoord als u de gebruiksrechtovereenkomst aanvaardt.

  10. Selecteer Standardinstallatie en klik op Installeer. Eenvoudige installatie => Standardinstallatie (10.4) wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.

    • Als u Maak installatie ongedaan selecteert kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.

  11. Het bericht met de waarschuwing dat alle toepassingen worden afgesloten wordt op de computer weergegeven. Klik op Ga door.

  12. Selecteer het type installatie dat u wilt gebruiken en klik op OK.

    • Typische installatie voor een lokale printerhiermee installeert u de standaardonderdelen voor een apparaat dat rechtstreeks op de computer is aangesloten.

    • Typische installatie voor een netwerkprinterhiermee installeert u de software voor een apparaat in het netwerk. Het programma SetIP wordt automatisch uitgevoerd. Als de netwerkinformatie voor het apparaat al geconfigureerd is, sluit u het programma SetIP af. Ga door met de volgende stap.

    • Draadloze verbindingen instellen en installeren bij CLP-325W(K) hebt u ook toegang tot het menu Draadloze verbindingen instellen en installeren. Met Draadloze verbindingen instellen en installeren kunt u een draadloos netwerk installeren via een USB-kabel die is aangesloten op het apparaat (zie Een draadloos netwerk met USB-kabel instellen).

  13. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op Sluit af of Start opnieuw.

  14. Open de map Programma’s > Hulpprogramma’s > Printerconfiguratie.

    • Voor Mac OS X 10.5-10.6 opent u de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen.

  15. Klik op Voeg toe in de Printerlijst.

    • In Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op het "+"-pictogram, waarna een weergavevenster verschijnt.

  16. Voor Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad Afdrukken via IP.

    • In Mac OS X 10.4 klikt u op IP-printer.

    • Voor Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op IP.

  17. Selecteer Socket/HP Jet Direct in Printertype.

    [Note]

    Als u een document van vele pagina’s afdrukt, kunt u de prestaties van de printer verbeteren door Socket te kiezen bij de opties bij Printertype.

  18. Typ het IP-adres van het apparaat in het vak Printeradres.

  19. Typ de wachtrijnaam in het vak Naam wachtrij. Als u de wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen probeert u eerst de standaardwachtrij.

  20. Als automatisch selecteren voor Mac OS X 10.3 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam van uw apparaat in Modelnaam.

    • Als automatisch selecteren voor Mac OS X 10.4 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in Model.

    • Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt in Mac OS X 10.5-10.6, selecteert u Selecteer besturingsbestand... en de naam van uw printer in Druk af via.

    Uw apparaat verschijnt in de Printerlijst en wordt ingesteld als standaardprinter.

  21. Klik op Voeg toe.

    [Note]

    Als de printer niet correct werkt maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw.

    Doe het volgende om de installatie van het stuurprogramma voor Macintosh ongedaan te maken.

    1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is.

    2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.

    3. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw Macintosh-computer.

    4. Dubbelklik op de map MAC_Installer.

    5. Dubbelklik op het pictogram Installer OS X.

    6. Geef het wachtwoord in en klik op OK.

    7. Het venster van het installatieprogramma van Samsung wordt geopend. Klik op Ga door.

    8. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.

    9. Klik op Akkoord als u de gebruiksrechtovereenkomst aanvaardt.

    10. Selecteer Installatie ongedaan maken => Maak installatie ongedaan (10.4) en klik op Installatie ongedaan maken => Maak installatie ongedaan (10.4).

    11. Het bericht met de waarschuwing dat alle toepassingen op de computer worden afgesloten verschijnt. Klik op Ga door.

    12. Nadat de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op Sluit af.

Linux

U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren.

Het Unified Linux-stuurprogramma installeren

  1. Zorg ervoor dat het apparaat met uw netwerk is verbonden en aan staat. Het IP-adres van uw apparaat moet ook reeds zijn ingesteld.

  2. Download het Unified Linux Driver-pakket van de website van Samsung.

  3. Klik met de rechtermuisknop op het Unified Linux Driver-pakket en pak het uit.

  4. Dubbelklik op cdroot > autorun.

  5. Het venster van het installatieprogramma van Samsung wordt geopend. Klik op Continue.

  6. Het venster van de Add printer wizard gaat open. Klik op Next.

  7. Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop Search.

  8. Het IP-adres en de modelnaam van de printer verschijnen in de lijst.

  9. Selecteer uw apparaat en klik op Next.

  10. Geef de printerbeschrijving in en klik op Next.

  11. Wanneer de printer is toegevoegd, klikt u op Finish.

  12. Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Finish.

Een netwerkprinter toevoegen

  1. Dubbelklik op Unified Driver Configurator.

  2. Klik op Add Printer….

  3. Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op Next.

  4. Selecteer Network printer en klik op de knop Search.

  5. Het IP-adres en de modelnaam van de printer verschijnen in de lijst.

  6. Selecteer uw apparaat en klik op Next.

  7. Geef de printerbeschrijving in en klik op Next.

  8. Wanneer de printer is toegevoegd, klikt u op Finish.